IV Opkomst en ondergang van The Special One
[Opeele. De jongste en kleinste coach van Ghana compenseert zijn tekortkomingen met grootheidswaan, hippe bril en twee schuimkussens onder zijn bips als hij achter het stuur van zijn witte Pontiac kruipt. Dit gladgeschoren ventje is idolaat van José Mourinho en noemt zichzelf in diens navolging de Special One van Afrika.]
“Ik plant ze allemaal op de transferlijst!” openbaart Kotoko’s nieuwbakken coach in de studio van Fox FM. Opeele spuit graag zijn mening op de radio. Twee maanden hiervoor, toen hij nog oefenmeester was van Tema Youth, slingerde Opeele de ether in dat Kotoko’s keeper Soulama een slapjanus is. Hij vond Richard Manu maar een overschatte verdediger en Kotoko’s middenveld schoot geen enkele fatsoenlijke pass naar de spitsen. Vandaag moppert Opeele dat Soulama en Richard het verdommen om hun beste beentje voor te zetten sinds hij hun coach is. “Weg met die twee!”
Nu hij gestart is met de grote schoonmaak is het beter als hij doorzet, meent Opeele. Dus zet hij acht andere voetballers ook maar te koop. “Dat zijn de jongens die denken dat hun oude coach Bash een held is.” Bashir is tegenwoordig coach van Kessben FC en daar moet Kotoko volgende maand twee keer tegen spelen. Opeele: “Ik ben tacticus. Ik voorkom dat mensen mijn wedstrijden saboteren!”
De nieuwe coach voelt zich euforisch door zijn overwinning afgelopen zondag. Het was zijn eerste wedstrijd met Kotoko en hij versloeg zijn oude club Tema met 1-2. Hij klautert op de bestuurdersstoel van zijn Pontiacje en drukt het gaspedaal in. “Wie bij de Kotoko-familie hoort, staat boven de wet,” pocht hij. “Ik kan zó links deze rotonde oprijden. Let maar op… Hé, kijk nou!” Vlak voor hij bij het verkeersplein is, stuurt de nieuwe coach netjes naar rechts. Dan rijdt hij door naar zijn andere favoriete radiostation: Kessben FM.
De league ligt stil. Zeven van Kotoko’s voetballers bivakkeren in Ivoorkust om de Ghanese eer te verdedigen tijdens de Afrika Cup voor lokale spelers. En dus heeft Opeele alle tijd om te doen wat hij het liefst doet. Praten.“Wij missen kwaliteit in de diepte,” poneert Opeele zodra zijn microfoon aanstaat. “Luisteraars, realiseren jullie wel dat ik geboren ben als tacticus? Het is aan mij om frisse talenten naar Kotoko te halen. Hun namen houd ik nog even geheim. Maar als jullie straks horen wie toetreden tot de stekelvarkenfamilie, dan begrijpen jullie dat ík de Special One van Ghana ben. Minstens 99 procent van de coaches in dit land presteert miserabel. Ik niet. Ik lijk op José Mourinho. Ik, Opeele, ben de remedie voor al Kotoko’s kwalen!” Even pauzeert het onderdeurtje om in te ademen. Dan barst hij opnieuw los. “Jullie weten wie Sylvester is, toch? Sylvester Asare Owusu. Het managementlid dat denkt dat hij de baas is van Kotoko…” Dit keer laat de coach bewust een stilte vallen. “Wij denken dat die Sylvester tijdens onze krachtmeting met Hearts poen opstreek van supporters zonder ticket. Hij verzamelde 820 Cedi (450 Euro) in zijn prullenbak. Als dat waar is, dan is het Sylvesters schuld dat mensen in het stadion stierven door verdrukking!”
Glunderend kruipt Opeele weer achter het stuur van zijn auto. De journalisten in de studio blijven sprakeloos achter. “Tijd om mezelf te verwennen,” vindt de coach. Hij stalt zijn wagen midden op de weg en loopt een smal steegje in. Aan het eind staan twee jonge meiden al op hem te wachten. De achterste klemt een voorraad witte broden stevig tegen haar boezem. Het tweede grietje grist er een paar uit haar armen en duwt ze in de handen van de coach. “Alstublieft. Heter dan hier krijgt U ze niet!”
Als Opeele terugkomt bij zijn Pontiac staat er een kleine file te wachten tot hij de weg deblokkeert. De coach steekt zijn hand in de lucht en zwaait naar de wachtende chauffeurs. De bestuurder van de voorste wagen draait zijn raampje naar beneden en wuift terug. “Wij brengen graag geduld op voor de coach van Kotoko!” roept hij de wegscheurende auto achterna.
Opeele parkeert alweer bij zijn volgende bestemming: het internetcafé. Naast coach is Opeele namelijk ook gevierd columnist bij de sportkrant van de staat. Elke week beschrijft hij hoe de speelwijzen van vedettes uit Europa overeenstemmen met zijn eigen ideeën. In de komende editie wil Opeele over Louis van Gaal vertellen. Hij surft naar Louis’ Wikipedia-pagina en knipt. En plakt. En knipt… Hij is net lekker op dreef als zijn mobieltje rinkelt. Fotojournalist David wil hem spreken. “Coach, je hoort nu bij Kotoko! Bij de Kotoko Express. Wil je jouw geheime tips voortaan ook met onze lezers delen?”
Klik. Weg is het wordbestand over Louis. Opeele is een en al oor. “Mag mijn rubriek Advies van de special one heten?” David: “…” Opeele: “Vooruit… Tactically speaking is ook goed. Ik schrijf wel een stukje over mijn plan de campagne om Kessben FC te vloeren…”
Maar Kessben verslaat Kotoko met 1-0. En daarna verliezen de stekelvarkens nog twee keer. “Opeele moet ophoepelen!” betoogt taxichauffeur Kofi in de Express. “Ghanezen zijn arm. Ik ben arm. Om een wedstrijdkaartje te kopen, moet ik drie maanden sparen. En wat zie ik dan? Kutvoetbal!” Ook All Blacks veegt Kotoko thuis onder de mat. “Nou is het genoeg!” vinden de supporters. Ze verzamelen zich voor Opeele’s kleedhok. “De tijd is aangebroken dat het tot Opeele doordringt wat hij ons aandoet”, vertelt een van hen. “Een boer die naar zijn land gaat en louter praat, komt aan het eind van de dag thuis met een lege mand. Het is tijd voor daden, coach!” De groep woedende mannen voor Opeele’s kamer wordt groter en groter. Ook in de straten voor het stadion dwalen teleurgestelde fans. Ze doen beleefd een stapje opzij om een ziekenwagen door te laten die stapvoets de poort uitrijdt. Niemand neemt notitie van de gedaante in de achterbak. Voor het eerst in zijn leven houdt de kleine coach zich muisstil.
In Opeele’s droomwereld is alles na de volgende wedstrijd oké. Dan komt Kessben naar Kumasi. Dan nemen de stekelvarkens revanche! En dan zullen de fans weer van hem houden… Maar als Opeele’s grote dag daar is, blijft het stadion leeg. De Kotoko-supporters marcheren door de straten van Accra. “Weg met de coach! En het management moet ook oplazeren! Verdwijnen, opflikkeren, inrukken. Wegwezen!”
Als Kotoko zelfs thuis niet verder komt dan een gelijkspel, is het de kleine coach teveel. “Ik wil niet meer!” bekent hij koning Otumfuo. “Zelfs een coach van wereldklasse als Guus Hiddink zou niets bereiken in dit wespennest! Mag ik weer assistent zijn? Alstublieft?”
Opeele’s erfenis: 16 punten verschil tussen Asante Kotoko en Hearts of Oak, Hearts staat eerste in de league. Kotoko moet het doen met plek negen.
V De Koning kapittelt
[Otumfuo Osei Tutu II. Sinds 1999 koning van het Ashanti-volk en daarmee ook de eigenaar van het Kotoko-imperium. Zelf speelt de koning liever golf. Naar eigen zeggen, omdat hij zich voor zijn koningschap nooit in voetbal verdiepte. Het is echter een publiek geheim dat Otumfuo zijn hart verpandde aan Hearts of Oak. De koning woont in een paleis in het centrum van Kumasi.]
Zenuwachtig frommelt Sylvester aan de boord van zijn witte bloesje. Het lukt de regelaar van Kotoko’s management niet om zijn blik los te weken van de corpulente man onder de parasol achterin de rechtszaal. Otumfuo. De koning zit als jungleboek-aap Lowietje op zijn troon terwijl een lakei met een bananenblad koele wind in zijn richting wuift. Jerry, George en Kwame Baah-Nuako staan naast Sylvester. Tegenover de koning. Ook zij dragen hun netste overhemden.
Een tengere man schaart zich naast Otumfuo. In zijn hand klemt hij een houten staf met op de top een gouden mannetje dat aan de bast van een al even gouden boom peutert. Hij is de Okyeame. De persoon die Otumfuo’s teksten overbrengt aan het gewone volk. De koning buigt zich naar zijn Okyeame toe. “Ik ben héél, héél teleurgesteld in het management van Kotoko,” verklaart hij bedaard. De woordvoerder knikt en wendt zich tot de vier mannen tegenover hem. “De koning vroeg in 2007 of jullie heibel hadden. Jullie antwoord was nee.” Hij laat zijn staf hard op de grond neerkomen. “De koning vroeg in 2008 of jullie goed konden samenwerken. Jullie antwoord was ja.”
Het geroezemoes van de honderden toeschouwers neemt toe. Zij weten wat deze middag de ontknoping zal zijn, want de staf van de Okyeame verklapt het al. Het is een oude traditie aan het hof van de Ashanti-koning dat diens woordvoerder een scepter zwaait, die uitbeeldt wat zijn missie is. Een mannetje? Een boom? Dan is de boodschap van vandaag dat alleen samenwerking tot succes leidt.
Een bonk van de staf maakt dat de toeschouwers abrupt stilvallen. “Managers, jullie vechten elkaar al drie jaar de tent uit! Het is jullie fout dat onze dierbare club wedstrijd na wedstrijd verliest!,” besluit de Okyeame.
Sylvester antwoordt in een opwelling: “Zo slecht gaat het niet, Hoogheid…”
De koning legt de manager met een handbeweging het zwijgen op. “Niet?!” Otumfuo klinkt ontsteld. “Mijn oom volgt al Kotoko’s wedstrijden. Week na week staat hij op de stoep van mijn paleis. ‘Weer verloren, Sire…’, zegt hij dan. En nu wil jij mij wijsmaken dat het niet zo slecht gaat? Jij denkt dat ik geloof dat dit management goed functioneert!?”
“Het is Jerry’s schuld, Hoogheid,” zegt Sylvester verongelijkt. “Jerry is altijd in hoofdstad Accra en nooit bij de trainingen.” Hij schuifelt naar achteren, terug in de rij van vier. Jerry doet een grote pas voorwaarts. Met zijn wijsvinger prikt hij een paar keer in de richting van Sylvester. “Het komt door hem, Hoogheid,” verklaart Jerry. Hij wijst nog maar een keer naar zijn collega. “Als ik vijf minuten een andere kant op kijk, drukt Sylvester direct zijn mening door!”
Plots wordt de lullificatie van zijn medeleden teveel voor Kwame. Híj vervult officieel de communicatiefunctie binnen dit management en hij zou degene moeten zijn die nu met Otumfuo praat. Niet Sylvester. Niet Jerry. Kwame veegt de rechthoekige glazen van zijn dure bril af aan zijn overhemd en rochelt het slijm uit zijn keel, dan gaat hij pal voor de koning staan. “Sylvester en Jerry doen niets anders dan ruziën, Hoogheid. We werken al twee jaar samen en daarin hebben we maar vijf vergaderingen gehad. Jerry had altijd andere afspraken en dan kostte het hem te veel tijd om naar Kumasi te komen voor ons. En Sylvester, die doet alsof hij de baas is over ons allemaal. Welke baas staat toe dat fans zonder kaartjes naar een wedstrijd kijken?”
Als de woordvoerder stil valt, juichen de toeschouwers in de zaal. “Kwame, Kwame, Kwame!!” scanderen ze, hunkerend naar meer openhartigheid. Maar Otumfuo gebaart de managers dat ze weer op hun plastic stoeltjes aan de zijkant moeten plaatsnemen. Hij wil Opeele spreken. Woorden buitelen uit de mond van de kleine coach, zo blij is hij dat hij weer de Special One zal zijn als Jerry en Sylvester zijn rol van zondebok overnemen. Slechts een zin van Opeele’s relaas is te verstaan. “Alle wedstrijden die Kotoko onder mijn leiding verloor, zijn te wijten aan onderlinge verdeeldheid, Hoogheid.” De voetballers staan als één man achter de coach. “Jerry was aardig voor de ene helft van het team en Sylvester gaf de voorkeur aan andere spelers,” legt keeper Soulama uit. “En dan waren er nog jongens die nergens bij hoorden. Het management speelde ons zo tegen elkaar uit dat niemand elkaar nog vertrouwt…”
“Ik ben niet boos. Ik ben teleurgesteld,” besluit Otumfuo na vijf uur luisteren. “Ik ben teleurgesteld in jullie allemaal.” De leden van het management worden per direct uit hun taak ontheven. Sylvester verdient meer straf. Hij moet de 820 euro die hij de supporters tijdens de match tegen Hearts afhandig maakte, teruggeven. Een onderzoekscommissie vindt dat de manager medeschuldig is aan de dood van de vier toeschouwers. Vijf jaar lang mag Sylvester geen officiële rol vervullen in het voetbal.
En nu? De toeschouwers kijken verwachtingsvol naar hun koning. Wie wijst hij aan om Kotoko te redden? De verslaggever van Kessben FM gokt op Ibrahim Sunday. Die was in 1971 de beste voetballer van Afrika en coach van Kotoko toen het team voor het laatst de Afrikaanse Champions League won. De commentator van Fox FM denkt juist aan Yaw Gyasi en Jarvis Preprah. Die zaten beiden al meer dan vijf keer in het management, dus wellicht willen zij de club nog eens besturen. Ervaring zat! Of kiest Otumfuo voor Herbert Mensah? De gefortuneerde telefoonhandelaar die vier jaar lang fungeerde als Kotoko’s voorzitter. Alle drie de heren verklapten de voorgaande weken op de radio dat zij geweldige reddingsplannen hebben voor de stekelvarkens.
Maar een wijze koning luistert niet naar de radio. Hij luistert naar zijn verstand. Otumfuo geeft een haast onmerkbaar knikje aan zijn woordvoerder. De Okyeame heft zijn staf en gebaart het publiek koest te blijven. Zes personen staan op uit hun kuipstoeltjes. Ze formeren zich in een rij voor de koning. De ruggen recht. Hun neuzen in de lucht. Alsof ze reikhalzen naar de glorie die Kotoko hen kan verschaffen.
De rol van het management wordt vanaf nu gespeeld door ‘het nieuwe management’.
[Het nieuwe management. Geleid door Alhaji Nje met hulp van Opoku Afriyie, Osei Kofi, Benjamin Nti, heksenmeester Sarfo Gyamfi en Helena Cobbina. Geen tegenstander kan om Tante Helena heen. Niet omdat ze, zoals het een Ghanese vrouw betaamt, Kotoko’s huishoudpot beheert. Nee, Helena is twee meter hoog en voorheen vervulde ze een hoge functie bij de politie. Met haar handtasje, bloemetjesbloes en Mark en Spencer-horloge is ze de Big Mama van het team. Kom echter niet aan haar kroost, dan transformeert ze in een boze moederkloek.]
Lees hier deel een van Soap in Kumasi of ga verder naar deel drie…