Het is normaal dat je rond je twintigste uitvliegt en niet meer thuis bij pa en ma wilt wonen. Bij Debbie en Hedwig was het andersom: hun ouders zeiden hen vaarwel en verhuisden naar het buitenland. Levert dat een trauma op, of juist een fijn vakantieadres?
De ouders van Debbie (21) kochten drie jaar terug een pension in Niedernsill. Ze wonen en werken nu in Oostenrijk. Debbie en haar broer Patrick bleven in hun ouderlijk huis in Nieuwegein.
Wat doen jouw ouders in Oostenrijk?
“Ze runnen een pension in Niedernsill, een dorpje vlakbij de bekende wintersportplaatsen Zell am See en Kaprun. In de zomer ontvangen ze gasten die motorrijden, of wandelaars. In de winter komen mensen naar het dorp om te skiën. Mijn ouders koken zelf. Soepje vooraf en crème brulée of tiramisu toe. Mijn vader doet de technische klusjes en in het weekend maken ze, als de gasten weer vertrokken zijn, samen het hele huis schoon.”
Verbaasde hun plan je?
“Nee. Mijn moeder werkte op een verzekeringskantoor en mijn vader had een baan bij Albert Heijn die hij steeds minder leuk vond. Hij heeft geen diploma’s, dus qua werk heeft hij niet veel te kiezen. We gingen elk jaar twee keer op skivakantie en daar genoten ze wel van.”
Hoe vertelden ze dat ze weg gingen?
“Ze belden op toen ik voor mijn studie twee maanden in Engeland zat. Ik wist dat ze in Oostenrijk waren, maar niet dat ze al écht op zoek gingen naar een huis daar. Toen ze dit pension ontdekten vroegen ze mij meteen hoe ik het zou vinden als ze daar zouden wonen. Ik was zeventien en vond het oké. Thuis praatten we verder.”
Wilde je niet mee?
“Ik hou van skiën, maar mijn paard en mijn vrienden zijn hier. Op het moment dat mijn ouders daadwerkelijk vertrokken was ik achttien. Als ze in Nederland waren gebleven was ik vast op kamers gegaan. Nu woon ik samen met mijn oudere broer in ons ouderlijk huis in Nieuwegein. Het staat te koop. Als mensen de woning willen overnemen, moeten mijn broer en ik eruit. Maar ik denk dat ik hier dankzij de crisis nog wel even kan blijven. Mijn ouders betalen de rekeningen.”
Nog steeds blij dat je in Nederland bent gebleven?
“Afgelopen winter werkte ik drie maanden in Niedernsill als skilerares. Het is er mooi. Ruim en rustig, maar buiten het seizoen is er niets. Zelfs de après-skikroegen zijn dicht. Bovendien zijn de verhoudingen tussen mannen en vrouwen daar véél traditioneler. Het leek mij leuk om een groep pubers onder mijn hoede te nemen. Maar ik ben een vrouw, dus kreeg ik de ukkies. Ze kwamen uit Rusland en moesten eindeloos huilen. Ik was kleuteroppas terwijl mijn broer wel met de jongeren de berg op mocht.”
Hoe houden jullie contact?
“Elke week bellen we drie kwartier en ik zie ze zeker zes keer per jaar. Bij verjaardagen komen ze over en in oktober blijven ze zelfs een maand hier, dan ligt daar nog geen goede sneeuw. Met kerst ga ik met de trein naar hen, die doet er tien uur over.”
Mis je je moeders toetjes?
“Haha, nee. Thuis kookt ze gewoon groente, vlees en aardappels. Nu ze weg eet ik bij familie of vrienden van mijn ouders. Soms krijg ik zelfs een bakje mee voor de dag erna. Zoveel mensen zorgen voor me, dat ik maar vijf keer zelf heb gekookt dit jaar.”
Wanneer mis je ze wel?
“Als ik na een lange dag thuiskom. Ik vind het jammer dat er niemand klaarzit aan de keukentafel die vraagt: ‘En? Hoe was het?’ Vooral na ponykamp mis ik dat. In zo’n geval bel ik een vriendin of loop ik naar het huis van mijn vriend.”
Zijn er ook voordelen?
“Een goedkoop vakantieadres! En de vrijheid. Als ze nu thuis zijn zeggen ze: ‘Je weet waar je schoenen horen’, of ‘Kom je niet te laat thuis vannacht?’ Dan denk ik: Hou eens op met dat bemoeien!”
Wat doe je als het dak lekt?
“Toevallig was vorige week de vaatwasser kapot. Ik ben naar mijn ooms gegaan en zij hebben een neef gebeld. Die heeft ‘m weer gemaakt.”
Is de band met je ouders veranderd?
“Ik ben zelfstandiger nu. Niemand anders stofzuigt. Ik moet schoonmaken als ik niet wil dat het hier vies is. En ik neem eerder zelf een beslissing, waarover ik daarna pas met hen praat. We hebben minder contact, maar ik vertel ze tegenwoordig wel meer. Vroeger antwoordde ik ‘goed’ als m’n moeder wilde weten hoe mijn dag was. Nu vertel ik haar ook waarom het leuk was.”
Komen ze ooit terug?
“Ja. Bedden opmaken, poetsen… een pension draaien is lichamelijk zwaar dus als ze in de zestig zijn stoppen ze. Dan willen ze niet naar een Oostenrijks bejaardentehuis.”
Wil jij later ook emigreren?
“Nee. Even weg, op vakantie ofzo, vind ik leuk. Maar een half jaar naar het buitenland lijkt me al te lang.”
Logeren bij de ouders van Debbie? http://www.muehlbackhof.eu
DE MOEDER VAN HEDWIG HELPT IN AFRIKA
Vijf jaar geleden vertrok de moeder van Hedwig (26) naar Boukombé, de armste regio van Benin, om de arme mensen daar te helpen. Hedwigs vader ging haar een jaar later achterna.
Benin, waar ligt dat?
“In West-Afrika. Aan zee, tussen Togo en Nigeria.”
Herinner je je de dag nog waarop je moeder wegging?
“Het was dramatisch! Samen met mijn oma en tante bracht ik mijn moeder naar het vliegveld. Ik begon vreselijk te hyperventileren toen ze door de douane moest, terwijl ik nooit eerder een aanval heb gehad. Ik wilde mijn moeder niet loslaten. Het voelde alsof ik kapot ging van binnen.”
Waarom Benin?
“Toen mijn moeder tien was, kwamen er missiezusters naar haar school. Vanaf dat moment wist ze dat ze later mensen wilde helpen in Afrika. Benin is een relatief veilig land en al jaren stabiel. Mijn moeder wil niet dat wat ze opbouwt door oorlog weer vernietigd wordt. Ze heeft echt het gevoel dat ze dit móet doen. Mijn ouders vormen een team. ‘Waar jij gaat, ga ik ook. Omdat ik van je hou’, besloot mijn vader. Dat betekent niet dat het project in Benin alleen van mijn moeder is. Mijn vader geeft les in de stad en helpt bij een medisch laboratorium.”
Hoe vind jij het daar?
“Fantastisch! De eerste keer dat ik erheen ging was ik zeventien. Inmiddels ben ik zes keer geweest. Ik vind de mensen daar zo lief en behulpzaam. Mijn moeder zei altijd: ‘Hedwig, jij had in een ander land geboren moeten worden.’ Ik houd van Caribische muziek, siësta’s en socializen. Ik denk dat ze stiekem hoopte dat ik mee zou gaan naar Afrika.”
Maar je bleef hier. Waarom?
“In Benin zou ik geen baan hebben en met mijn ouders in de bush wonen. Ik ben nog jong en moet hier nog zoveel. Iets opbouwen qua werk. En ik wil ook een man vinden en kinderen met hem krijgen. Mijn eigen gezin stichten. Als ik eerlijk ben vind ik het leven daar te primitief. Mijn ouders doen dit vrijwillig. Ze leven van 2 euro per dag. Eten lokaal voedsel en soms sperziebonen of knakworsten uit blik, die Oma opstuurt in voedselpakketjes. Ze hebben soms geen water of elektriciteit. Het dichtstbijzijnde internetcafé is een uur rijden en als een apparaat kapot gaat, moeten ze zelfs naar de hoofdstad om iets nieuws te kopen.”
Spreek je ze nog wel?
“Ik was echt een moederskindje. We belden en smsten meerdere keren op een dag en vaak ging ik na mijn werk even bij haar buurten. Toen ze net in Benin woonde, kon ze thuis niet eens bellen. Elke dinsdag fietste ze naar een dorpje net over de grens, in Togo. Daar had haar mobieltje bereik. Het netwerk in Benin is beter nu, maar toch komen smsjes bijna nooit aan. Mailen is ook niet ideaal. Ik wil gewoon kletsen en meteen antwoord als ik iets zeg. Bellen is duur, €1,50 per minuut. Ik bel gemiddeld één keer per week. Twee keer per jaar vliegen mijn ouders hierheen om dingen te regelen voor hun stichting. Dan neem ik vrij van mijn werk om ze op te halen van het vliegveld en ook om ze weer weg te brengen. Ik wil ze zo veel mogelijk zien als ze in Nederland zijn.”
Wat mis je het meest?
“Even babbelen. Buurten of langsgaan met de was. Vroeger, als het kerst was, gingen we altijd ontbijten als het nog donker was buiten, met de kaarsjes aan. Ik heb geen vriend. Vrienden nodigen me wel uit met kerst, maar ik ga het liefst werken zodat de dag gauw voorbij is. Wel vraag ik mijn moeder: ‘Mam, bel je me met kerst om zes uur ’s ochtends wakker?’ Zo sta ik toch op als het nog donker is met haar erbij.”
Zijn er ook praktische problemen?
“Ik heb al bijbaantjes sinds ik twaalf ben en ik woonde op kamers toen mijn ouders vertrokken. Maar spullen die anderen bij hun ouders op zolder bewaren, moest ik ineens in dat hokje proppen. Alles stond vol. Ik kan ook niet zomaar een half jaar reizen. Want als ik mijn kamer opzeg, waar laat ik dan die spullen? En waar moet ik wonen als ik terugkom?”
Is de band met je ouders nu anders?
“Toen mijn vader na het eerste jaar in Benin terugkwam, viel hem op dat ik zoveel zelfstandiger ben geworden. Toch is de band met mijn moeder nog steeds heel sterk. Zo hing ze ineens op een maandag vanuit Togo aan de ljjn. Ze voelde dat ik het moeilijk had en haar wilde spreken dus was ze een dag eerder de grens over gefietst.”
Zou jij dezelfde stap nemen?
“Wie weet werkt mijn toekomstige man voor Artsen zonder Grenzen. Dan zou ik hem volgen; met een gezin kan ik overal wonen. Maar mijn kinderen achterlaten? Ik weet niet of ik dat zou kunnen. Ik heb ook niet dezelfde ambitie als mijn moeder.”
Ben je boos op haar?
“Nee. Nooit geweest ook.”
Komen ze ooit nog terug?
“Nee. Mijn moeder weet zelfs al waar ze begraven wil worden: onder die ene boom naast het hutje. In Benin moet je binnen 24 uur onder de grond liggen als je doodgaat, vanwege het tropische klimaat. Zo gauw kan ik nooit in hun dorp zijn. Elke keer als we afscheid nemen realiseer ik me dat het wellicht voor het laatst is.”
Wil je de ouders van Hedwig helpen bij hun projecten in Benin of meer lezen over het werk dat ze daar doen? http://www.aktiebenin.nl
HET RECEPT VOOR EEN JEUGDTRAUMA?
Elk jaar emigreren bijna 100 000 mensen uit Nederland. Hoeveel van hen er tussenuit knijpen zonder hun kinderen is onbekend. Psychologe Simone Peters uit Nijmegen denkt dat het zowel positieve als negatieve consequenties heeft als je ouders in het buitenland wonen.
“Hoe moeilijk je het krijgt als je ouders vertrekken, hangt niet alleen af van karaktereigenschappen als zelfstandigheid, draagkracht, afhankelijkheid en gevoeligheid. De sterkte van de band met je ouders speelt mee en hoe ver weg je ouders gaan wonen en welke mate van contact daardoor mogelijk is. Ook maakt het uit of je betrokken werd bij de beslissing en in welke omstandigheden je achterblijft.
Negatieve gevolgen
- Je deelt ineens geen ‘gewone’ momenten meer. Even babbelen of samen koffie drinken gaat niet. Waarschijnlijk zie je elkaar ook niet op alle speciale dagen, zoals kerst of een verjaardag.
- Als jij een probleem hebt, of er gebeurt iets ergs met jou of je ouders, dan kun je op afstand weinig voor elkaar doen.
- Je kunt het gevoel krijgen dat je er niet toe doet, omdat je denkt dat je ouders je niet belangrijk genoeg vinden om voor thuis te blijven. Als je altijd voldoende aandacht en liefde hebt gehad, is het risico hierop minder groot.
- Je kunt je ontheemd voelen, omdat je thuisbasis weg is. Het kan zijn dat je daardoor je eigen leven moeilijker vorm geeft.
Voordelen
- Je leert van je ouders dat het mooi is om een droom na te jagen.
- Als je het ineens van alles zelf moet doen, ervaar je je eigen kracht. Dat maakt je zelfbewuster, zelfstandiger en flexibeler. Je leert je redden in nieuwe situaties.
- Je hebt de vrijheid om je eigen wegen te bewandelen zonder dat je ouders daar van dichtbij op toezien.
- De relatie met je ouders wordt minder vertroebeld door alledaagse botsingen of irritaties, waardoor jullie juist beter met elkaar overweg kunnen.
Tips voor achterblijvers
- Blijf bij het leven van je ouders betrokken en zorg dat zij weten waar jij mee bezig bent. Neem als je je ouders spreekt of ziet echt de tijd om veel met elkaar uit te wisselen.
- Zie het als een moedige stap van je ouders die ook voor jou als inspiratie kan dienen.
- Natuurlijk moet je in principe alles ZELF doen, maar dat betekent niet dat je alles ALLEEN moet doen. Zoek mensen in je omgeving op wie je kunt terugvallen bij problemen of zorgen. Als je blijft worstelen, kun je ook professionele hulp zoeken.
- Knoop in je oren dat je ouders niet vertrekken omdat ze niet van je houden. Jullie contact verandert, maar de waarde ervan niet.