Al haar hele leven weet Anouk (24) dat ze met dieren wil werken. Sinds drie jaar verzorgt ze proefdieren in het (ARIA) Animal Research Institute AMC.
“Mijn vrienden vroegen of de muizen hier oren op hun rug hebben. Echt niet! Toch stond er vorig jaar een actiegroep met posters van halfdode konijnen bij onze jaarlijkse proefdierbijeenkomst. ‘Moordenaars!’ riepen ze. De plaatjes waar ze mee zwaaiden, waren al jaren oud. Gelukkig vinden zulke experimenten niet meer plaats.
Thuis hadden we katten, honden, konijnen, cavia’s, hamsters en vissen. Ik houd van dieren, daarom studeerde ik ook voor dierenartsassistente. Tijdens mijn stage ontdekte ik echter dat ik als proefdierverzorgster nog meer voor dieren kan betekenen.
In het gebouw waar ik nu werk houden we alleen ratten en muizen. Elk diertje heeft een eigen ID-kaart. Daarop staat bijvoorbeeld bij welke stam de muis hoort, wat de naam is van zijn onderzoeker en of hij problemen heeft. Al een muisje zich niet lekker voelt gaat hij bol zitten en steken zijn haartjes uit. Elke ochtend check ik hoe het met mijn muizen gaat. Hebben ze nog voldoende water en voer? Is er eentje drachtig? Bevallen? Ziek? Als ik zie dat een diertje meer ongemak ervaart dan mag bij zijn proef, dan stap ik naar de onderzoeker: ‘Dat was niet de afspraak!’ Als hij het experiment toch voort wil zetten, komt een proefdierdeskundige langs om de situatie te beoordelen.
Als een muis te ziek is, of als een proef is afgelopen, dan wordt hij afgevoerd. De meeste proefmuizen zijn genetisch gemodificeerd of ergens mee ingespoten. Als we ze zouden gebruiken bij een volgend onderzoek dan zouden de uitslagen daarvan niet betrouwbaar zijn.
Een muisje dat wordt afgevoerd gaat in een speciaal bakje met koolstofdioxide en zuurstof. Daardoor slaapt hij in. Als het diertje buiten bewustzijn is, verminder ik de hoeveelheid zuurstof zodat hij overlijdt. Dat vind ik niet leuk om te doen. Ook niet als ik weet dat het beter is. Ik leer er wel mee omgaan. De eerste keer dat ik als dierenartsassistente een kat vasthield die een spuitje kreeg, stond ik ook half te janken.
Ik vind het goed dat er actiegroepen bestaan, omdat ze zoeken naar alternatieven voor dierproeven. Tegenwoordig oefenen studenten het geven van bijvoorbeeld injecties op een kunstrat. Met echoapparaten kunnen we in de buik van een muis kijken zonder die open te maken. Maar dierproeven blijven nodig. Mensen laten zich niet zomaar een middel toedienen waarvan de werking onbekend is. Daarom zou het goed zijn als mensen zich na een operatie beseffen dat zo’n ingreep mogelijk is door het gebruik van proefdieren.
Als het erop aankomt verkies ik het leven van een mens boven dat van een dier, maar dan wil ik wel dat het dier het zo goed mogelijk heeft. Het gaat me te ver als activisten me om die reden bedreigen of geweld plegen. En ik vind het schijnheilig dat zoveel tegenstanders van dierproeven rustig geneesmiddel slikken die ooit op dieren zijn uitgeprobeerd. Een aspirine bijvoorbeeld. Zoveel mensen hebben een verkeerd beeld van dierproeven! Daarom vertel ik in de kroeg niet gauw dat ik help bij uitvoering ervan. Dan ben ik gewoon onderzoeksassistent in bij het AMC.
Mijn vrienden snappen inmiddels waarom ik hiervoor kies. Wij houden in ons proefdiercentrum familiedagen waarop iedereen met eigen ogen ziet hoe we de dieren behandelen. De muisjes hier hebben een beter leven dan menig huisdier. Als een kindje per ongeluk met de hamster gooit, koopt mama weer een nieuwe. Bij ons zijn de hokjes schoon en de temperatuur en het voedsel optimaal. Elk muisje dat hier woont is verantwoord. De onderzoeker moet uiteenzetten waarom hij honderd muizen wil gebruiken. Heeft hij niet genoeg aan vijftig muizen? Of is er wellicht een alternatief waarbij geen dieren nodig zijn? Als je thuis last hebt van muizen, mag je een val neerzetten. Als hier een muis dood gaat, moeten we de doodsoorzaak vaststellen en alle omstandigheden vastleggen in de administratie. Ze krijgen elke week een schone kooi, de temperatuur in hun verblijf is optimaal en er staat altijd vers water en voedsel. Muizen zijn groepsdieren, dus leven meerdere diertjes bij ons samen in een hok. Tenzij het écht niet anders kan.
Wat ik heel bijzonder vond was toen we, dankzij een groep muizen die ik verzorgde, een middel ontdekten tegen eczeem. Het wordt inmiddels uitgeprobeerd door de eerste patiënten.”
Meer informatie: http://www.ikwilhetwelweten.nl/info.php