
Beeld: Zsuzsanna Ilijin
Vergeet de ‘big push’ en het pleidooi voor het afschaffen van de hulp. De nieuwe toverspreuk in ontwikkelingsland is ‘small solution’.
Het zoveelste sprookje? IS verdiept zich in kleine oplossingen voor grote problemen.
Keniaanse kinderen die twee jaar een ontwormingskuur krijgen, verdienen later 20 procent meer dan leerlingen van vergelijkbare scholen die maar een jaar ontwormingspillen slikken. Dat blijkt uit onderzoek van het Poverty Lab van ontwikkelingseconomen Esther Duflo en Abhijit Banerjee, auteurs van het boek Poor Economics. Het is een voorbeeld van een ‘small solution’, een kleine oplossing voor een groot probleem. Kosten: 1,36 dollar per kind per jaar.
Grote vragen kennen geen eenduidig antwoord, grote problemen geen eenduidige oplossing, menen Banerjee en Duflo. Ze vinden weerklank bij zakenblad Forbes (‘Micro-oplossingen zijn een duurzaam antwoord’, december 2010) en ‘the worlds leading wrongologist’ Kathryn Schulz (‘Grote veranderingen onstaan door een kleine ingeving die zich als een olievlek verspreidt’). De New York Times publiceerde eind september zelfs een serie ‘small fixes’ voor gezondheidsproblemen in arme landen – van poepzakjes die ontlasting omvormen tot mest tot huishoudazijn om baarmoederhalskanker te ontdekken.
Specifieke oplossingen zoeken voor specifieke problemen, ook in Nederland krijgt deze aanpak steeds meer voet aan de grond. “Je ziet het ook in het befaamde WRR-rapport Minder pretentie, meer ambitie“, zegt Jeroen de Lange, hoofd strategie, kennis en innovatie bij ontwikkelingsorganisatie Cordaid en voormalig econoom bij de Wereldbank. “Het rapport adviseert om specifieke keuzes te maken, per land te investeren in één probleem en volgens de aanpak die daar het beste werkt.”
Alles is verbonden
Het armoedeprobleem is enorm. Elk jaar sterven 6 miljoen kinderen aan te voorkomen ziektes als malaria, diarree en longontsteking. 114 miljoen kinderen volgen geen basisopleiding, 584 miljoen vrouwen kunnen geen letter lezen. Een miljard mensen leven van minder dan een dollar per dag.
De afgelopen twintig jaar was het de norm om grote problemen groots aan te pakken. Dat is ook het idee van Jeffrey Sachs, de bekendste ontwikkelingseconoom van deze tijd en auteur van The end of poverty. Je kunt dorp A wel een waterput geven en dorp B een school. Maar als de pomp in dorp A stuk gaat, beschikt geen dorpeling over de kennis om ‘m te repareren. En in dorp B missen kinderen lessen omdat ze ziek zijn omdat ze vervuild water moesten drinken. In de door hem ontworpen millenniumdorpen pakt Sachs’ alle facetten van armoede tegelijk aan. Hij verstrekt gratis kunstmest, schoolmaaltijden, gezondheidszorg in nieuwgebouwde klinieken en laat waterputten slaan. “Complexe problemen vragen om geïntegreerde oplossingen”, zegt Paul Pronyk, directeur monitoring en evaluatie van het millenniumdorpenproject. “Wij zoeken nu naar de juiste manier om die oplossingen te implementeren zodat een goed systeem ontstaat.”
Grootsheid verlamt
Banerjee en Duflo noemen Sachs’ masterplan holistisch, net als de millenniumdoelen die door 189 landen ondertekend werden, acht doelstellingen gericht op het uitbannen van wereldwijde armoede die in 2015 zouden moeten worden gehaald. Zakken vol geld zijn aan de doelen besteed, toch zijn er nu 100 miljoen arme mensen meer dan tien jaar geleden.
Mensen die zich aanvankelijk geïnspireerd voelden door masterplannen, zijn nu teleurgesteld. Toch moeten we geld naar Afrika blijven sturen, vinden Banerjee en Duflo. ‘Als we de ellende laten voortwoekeren en woede en geweld gaan overheersen, kan dat elke nieuwe ontwikkeling in de kiem smoren.’
Het probleem is dat we ons laten verlammen door de omvang van het armoedeprobleem. Onderzoek van de universiteit van Philadelphia toonde dat nog eens aan. Studenten die net 5 dollar hadden gekregen, werd gevraagd om geld te doneren aan Save the Children. Degenen die werden geconfronteerd met de hiervoor genoemde armoedecijfers gaven gemiddeld 1,16 dollar. Studenten die een foto zagen van de 7-jarige hongerige Rokia uit Mali doneerden meer dan het dubbele: 2,83 dollar.
Ook ontwikkelingseconomen zijn niet immuun voor het verlammingsverschijnsel. William Easterly (The white man’s burden) en Dambisa Moyo (Dead Aid) stellen we maar helemaal geen hulp meer moeten geven. Hulp zou het systeem verstoren en beklijft niet als het systeem niet op orde is. Jeffrey Sachs’ bestrijdt de hulpverlamming door zoveel mogelijk uit de kast te halen.
“Een grote, planmatige aanpak is niet altijd slecht”, zegt Jeroen de Lange. “Dankzij het Chinese planbureau heeft dat land zich razendsnel ontwikkeld. Dat ging niet altijd even subtiel, maar de aanpak was wel effectief.” Maar de Chinese plannen werden uitgevoerd door een sterke staat. De meeste Afrikaanse staten zijn zwak, zij zijn niet in staat een plan van dergelijke omvang te implementeren. “En het Westen kan landen ook geen plan of systeem opleggen”, zegt De Lange. “Kijk naar Afghanistan en Irak.”
Small is beautiful
De neiging van economen om zich op ‘het systeem’ te richten, werd al in 1973 aangestipt in het boek Small is beautiful. Geen bestseller, maar wellicht komt dat nog. De Britse premier David Cameron (juist, die conservatieve leider die níet op ontwikkelingshulp bezuinigt) is volgens dagblad The Guardian namelijk groot fan van de auteur, Ernst Friedrich Schumacher (Bonn, 1911-1977).
Nu op de wereld voldoende geproduceerd wordt, denken economen volgens Schumacher dat armoede een gevolg is van een verkeerde verdeling. En dus dat armoede op te lossen is door productiemiddelen aan het Zuiden te geven en technische kennis over te dragen. Creëert dat geen welvaart, dan ligt dat aan ‘het systeem’.
Maar volgens Schumacher zijn mensen zonder disclipine, onderwijs en organisatie niet in staat om productiemiddelen ten volle te benutten en winst op een effectieve manier te herinvesteren. Organisatie staat hierbij overigens niet voor ‘het systeem’, maar voor het samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
Kleine oplossingen
Kortom: het Westen kan de armen in zwakke staten niet helpen met een masterplan. Ook niet door productiegoederen te sturen. Hoe dan wel? Met kleine oplossingen?
Terug naar Duflo en Banerjee. ‘Armen dragen verantwoordelijkheid voor te veel aspecten van hun leven. Door gebrek aan informatie nemen zij verkeerde beslissingen. Zo leidt de twijfel over de voordelen van vaccinatie, gecombineerd met de menselijke neiging tot uitstellen, ertoe dat veel kinderen niet worden ingeënt. Armen zijn ook mensen. Net als wij stellen ze dingen die moeite kosten uit – denk aan een bezoekje aan de sportschool. Ook als ze weten dat het goed voor ze is. Wij kunnen ze helpen om de goede beslissingen te nemen. Een gratis zak linzen bij een vaccinatie kan een moeder overhalen wél de dagtocht naar een kliniek te maken.’
Hier maakt de kleine oplossing een groot verschil. Het kind zal minder vaak ziek zijn, meer scholing volgen en uiteindelijk beter betaald werk kunnen verrichten.
Nog een voorbeeld van een groot probleem waarvoor een kleine en een grote oplossing denkbaar zijn: in ontwikkelingslanden is weinig werk. Dat is groots op te lossen door een fabriek neer te zetten waar een aantal mensen heel veel kunnen produceren. Het mobiele technologiebedrijf Jana houdt het klein en verstrekt klusjes per sms die worden uitbetaald in beltegoed. Inmiddes is Jana actief in meer dan tachtig landen, waarvan negentien in Sub-Sahara Afrika.
Schumacher schreef al in 1973: ‘Als heel veel mensen een beetje produceren, dan ervaren meer mensen dat hun tijd en inzet van waarde zijn, en zullen dus meer mensen geïnteresseerd zijn om zichzelf nog waardevoller te maken.’
“Wij zijn erg enthousiast over small solutions”, zegt Tom van der Lee, campagnedirecteur bij Oxfam Novib. “Nederlandse ontwikkelingsorganisaties die via lokale partners werken hebben er al jaren goede ervaringen mee. Onze partner Candellight legde op een berg in Somaliland stenen terrassen aan, daarmee creëerden ze meer water, begroeiing en gras voor de kuddes geiten.”
Ook bij de ontwikkeling van Europa hebben kleine uitvindingen een grote rol gespeeld. David S. Landes beschrijft in zijn boek Arm & Rijk de introductie van de torenklok. Ineens konden mensen afspreken om elkaar om 10 uur te treffen, in plaats van ergens in de ochtend. Daardoor konden veel meer transacties per dag worden afgehandeld. Op een hele stad had dat een enorme impact.
Testen wat werkt
Volgens staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen gaat het er niet om of een oplossing klein of groot is, maar of een interventie wel of niet werkt. Maar of een ingreep slaagt, hangt volgens Knapen af van de context. Kleinere projecten zijn makkelijker toe te snijden op lokale omstandigheden dan alomvattende plannen.
“Het is heel belangrijk om aan ontwikkelingsdiagnostiek te doen”, zegt Tom van der Lee. “Om binnen de context uit te zoeken welke obstakels er voor ontwikkeling zijn en dan de goede behandeling toe te passen. Is die niet voorhanden, dan is het verstandig om met kleine pilots te testen wat werkt.”
Want ook al zijn het kleine oplossingen, op grote schaal kan de impact enorm zijn. Is de werking niet bewezen, dan is dat soms deastreus. “In klinieken in Uganda moesten patiënten altijd een kleine vergoeding betalen”, vertelt Jeroen de Lange. “Toen de gezondheidszorg gratis werd, stelden mensen ineens geen eisen meer aan dokters en verpleegkundigen.” De kwaliteit van de zorg holde achteruit.
Het effect van Nederlandse ontwikkelingsprogramma’s wordt pas achteraf geëvalueerd, de uitkomsten kunnen dus pas gebruikt worden bij volgende programma’s. Het ministerie van Buitenlandse Zaken werkt daarom aan een methode om ‘real time’ informatie te verzamelen over wat werkt en wat niet. Door middel van ‘open data’ wil het ministerie die informatie openbaar en voor iedereen beschikbaar maken. Daarnaast wil Knapen dat lokale organisaties de kennis verwerven om zelf te kunnen beoordelen of hun project werkt of niet.
Zo bouwt Nederland volgens de staatssecretaris aan zelfredzaamheid en het verbeteren van systemen. “Kleine oplossingen zijn belangrijk”, aldus Knapen. “Maar met alleen kleine oplossingen komen we er niet.”
Het systeem
Die opvatting deelt Knapen met William Easterly. ‘De experimenten waarmee Duflo en Banerjee hun kleine oplossingen testen, zijn niet bruikbaar om het effect van goede instituties en goed macro-economisch beleid te meten’, schrijft Easterly op zijn weblog Aid Watch. ‘Voor echte ontwikkeling blijft een goed systeem nodig. Door alles klein te houden, verlagen economen hun ambities.’
Maar ook kleine oplossingen kunnen het systeem in beweging brengen. Een Keniaans kind dat ontwormingspillen slikt, is wellicht niet de toekomstige president. Maar hij heeft wel stemrecht, en omdat hij meer onderwijs heeft gevolgd zal hij beter weten wat hij van zijn leiders wil.
Jeroen de Lange verwijst naar zijn eigen kleine oplossing Trac: “Tijdens een Ugandese radioshow stelt de dj een vraag, bijvoorbeeld ‘Welk stadsdeel heeft de slechtste wegen?’ of ‘Moet de overheid investeren in gezondheidszorg of onderwijs?’. Luisteraars antwoorden gratis per sms. De dj logt in op de website van Trac en ziet de resultaten in een grafiek. Als iets alleen op een website komt doet het in Afrika niet zo veel, maar de dj blijft erover praten in zijn show. Pakken kranten het ook op, dan wordt er via de media veel druk uitgeoefend op de actoren.” Transformatief werken, noemt De Lange het. “Niet de overheid aanvallen, maar zorgen dat de overheid levert.”
Klein wordt groot
Kleine oplossingen kunnen het systeem van onderaf veranderen. Door één facet ervan aan te pakken wordt de kluwe van armoedeproblemen steeds verder ontward. Er worden al oplossinkjes ontwikkeld die daarbij helpen. Afrikanen die niet rijk genoeg zijn om een bankrekening te openen kunnen geld overmaken en sparen met hun mobiele telefoon (Mahala Free Banking Platform). Hebben zij genoeg gespaard om een smartphone te kopen, dan kunnen zij met de applicatie Bribespot invoeren welke ambtenaar hen waar om een steekpenning heeft gevraagd – de resultaten worden weergegeven op een landkaartje.
“Om écht resulaat te boeken moeten de kleine oplossingen uiteindelijk wel op grote schaal worden uitgevoerd”, zegt De Lange. “We moeten niet op dorpsniveau gaan pielen met ontwormingspillen. Als er zichtbaar resultaat is moet de oplossing als wildvuur om zich heen grijpen.”
Doordat kleine oplossingen grote problemen inzichtelijk maken en bewezen werken, zullen ze het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking vergroten, denkt Tom van der Lee. “Al geldt ook hier dat slecht nieuws over mislukte projecten sneller wordt opgepakt dan goed nieuws over geslaagde projecten.”
Gelukkig is er sinds deze maand ook een kleine oplossing voor Nederlanders die, verlamd door de omvang van het armoedeprobleem en het enorme aantal hulpprojecten, het steunen van ontwikkelingslanden voor zich uitschuiven. Net als dat bezoekje aan de sportschool. Het is een draagbaar fitnesscomputertje met de naam Striiv. Niet alleen telt het apparaat je stappen en daagt het je met spelletjes en beloningen uit om meer te bewegen. In ruil voor iedere kleine stap gaat er geld naar een goed doel.
Vissaus met ijzer
Probleem: Bloedarmoede in Azië. In India lijden 24 procent van de mannen en 56 procent van de vrouwen eraan, in Indonesië heeft 38 procent van de vrouwen te weinig ijzer in haar bloed.
Kleine oplossing: Vissaus verrijkt met ijzer. Kosten per jaar: 7 dollar. Waarna het jaarlijkse inkomen gemiddeld met 46 dollar stijgt.
Nectar met gif
Probleem: Elk jaar sterven bijna een miljoen mensen als gevolg van malaria, daarvan komt 91 procent uit Afrika en is 85 procent jonger dan 5 jaar. Volgens de World Health Organisation ‘kost’ malaria landen met een epidemie jaarlijks 1,3 procent economische groei.
Kleine oplossing: Vruchtennectar met boorzuur, gif dat voor mensen net zo gevaarlijk is als keukenzout. Het is per vrachtwagenlading te kopen, en uit testen bleek dat muggenpopulaties dankzij het aas met 90 procent werden teruggebracht.
Aidspatiëntenclub
Probleem: Elk jaar sterven 2 miljoen mensen aan de gevolgen van hiv/aids. Wereldwijd zijn 33,4 miljoen mensen besmet. De VN schatten dat 10 miljoen mensen niet de benodigde aidsremmers krijgen. Ook zijn er te weinig dokters beschikbaar. Mozambique telt bijvoorbeeld slechts 2,7 dokters per 100.000 inwoners.
Kleine oplossing: Als de dokter niet naar de patiënten gaat, moeten de patiënten naar het ziekenhuis in de stad. Tom Decroo, die in Mozambique voor Artsen zonder Grenzen werkte, deelde aidspatiënten op in groepen van zes personen. Zo hoefden ze niet allemaal elke maand hun medicijnen te halen, maar slechts twee keer per jaar. Ze delen de transportkosten. Na twee jaar was 2 procent van de patiënten in de groep overleden, versus 20 procent van de aidspatiënten die niet in een groep zaten.
Kleine oplossing 2: Mannenbesnijdenis, daarmee neemt de kans op besmetting met 60 procent af. Het besnijden van 20 miljoen mannen in 14 Afrikaanse landen kost 2 miljoen dollar. Daarmee wordt echter 16,5 miljoen dollar bespaard omdat 4 miljoen besmettingen (en de bijbehorende behandeling) worden voorkomen.
Zuiver water
Probleem: 884 miljoen mensen hebben geen toegang tot veilig drinkwater. In het westen leidde de introductie van stromend water en verbeterde sanitaire voorzieningen ertoe dat de kindersterfte tussen 1900 en 1946 met driekwart daalde. Toch sterven in ontwikkelingslanden jaarlijks 1,5 miljoen kinderen aan diarree. Het is te duur om overal waterleidingen te leggen.
Kleine oplossing: Population Service International verkoopt in achttien landen lokaal geproduceerde chloride tegen gesubsidieerde prijzen. Voor 0,18 dollar (gecorrigeerd naar koopkracht) kan een gezin van zes personen een maand water zuiveren.
Kleine oplossing 2: LifeStraw, een rietje ontworpen door het Zwitserse bedrijf Vestergaard Frandsen. Een rietje kan 1000 liter water filteren, genoeg drinkwater voor een persoon voor een jaar. Aanvankelijk werden de LifeStraws door hulporganisaties uitgedeeld na rampen als de aardbeving in Haïti. Maar in mei deelde Vestergaard Frandsen 900.000 familie-rietjes (goed voor 18.000 liter gezuiverd water per rietje) uit aan huishoudens in West-Kenia. In ruil krijgt het bedrijf ‘Carbon Credits’ voor de hoeveelheid hout die nu niet verbrand wordt om water te koken.
Kleine oplossing 3: Zeep. Na het uitdelen van zeep en uitleg over handenwassen, halveerde in een sloppenwijk in Karachi, Pakistan, het aantal kinderen dat stierf aan longontsteking of diarree.