InContxt volgt de ontwikkelingen in de strijd tegen kindersekstoerisme. Via dit blog houden we je op de hoogte van onze bevindingen.
Geen paspoort voor veroordeelde pedo’s
Vandaag verscheen het rapport Barrières tegen kindersekstoerisme. Daarin doet de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Corinne Dettmeijer, zes aanbevelingen waarmee de regering de kans kleiner maakt dat Nederlanders zich in het buitenland schuldig maken aan geweld tegen kinderen. In de nieuwsberichten kreeg advies nummer 2, het afpakken van het paspoort van pedoseksuelen die volgens psychiatrisch onderzoek snel weer in de fout gaan, de meeste aandacht. Minister Opstelten liet al aan persbureau ANP weten dat hij ‘serieus gaat kijken’ naar de mogelijkheden hiervoor.
Liever aantekenen dan afpakken
Kinderhulporganisatie Terre des Hommes onderschrijft dat het voor pedoseksuelen makkelijk is om kinderen te misbruiken in het buitenland, en dat het voor justitie moeilijk is om iets daaraan te doen. Maar het intrekken van het paspoort is niet waterdicht, zegt hoofd projecten Hans Guijt. Administratieve rompslomp zorgt ervoor dat de maatregel niet direct is opgenomen in het systeem. In het verleden is gebleken dat zedendelinquenten nog op allerlei manieren wegkomen, zoals Bas R. in 2009 en vorig jaar verdween Richard B. in de Filippijnen. “Een aantekening in het paspoort is realistischer en effectiever”, aldus Guijt.
Daarnaast wil Terre des Hommes dat de nieuwe paspoortregels gelden voor álle pedoseksuelen, in plaats van voor een geselecteerde groep. Uit onderzoek blijkt dat de meeste plegers zich na langere tijd toch weer vergrijpen aan kinderen.”
De rapporteur wil dit ondervangen met de afgifte van een verklaring van goed gedrag in het Engels. Dat is een bij de gemeente op te vragen document waarmee een organisatie kan checken of een sollicitant geen strafblad heeft. “Er is geen kindertehuis in Cambodja die daar naar gaat vragen tijdens een sollicitatie”, reageert Hans Guijt. “Maar een paspoort moet overal worden getoond, ook in dat kindertehuis.”
Nacht van de Roofdieren
Wat de keerzijde kan zijn van het aanwijzen van veroordeelde pedoseksuelen, was maandagavond te zien in de IKON documentaire Night of the predators. Onder president Bill Clinton voerde Amerika een wet in die staten verplicht om burgers te laten weten waar veroordeelde pedofielen na hun vrijlating gaan wonen. In het National Sex Offender Registry staan de namen en adressen van meer dan 800.000 zedendelinquenten. Er is geen wijk in de VS waar geen veroordeelde woont, en dat maakt ouders bang. “Ze zitten overal, daarom gaan we niet meer uit en vieren we geen Halloween meer”, zegt Kathryn Barriou, moeder van twee kinderen. Tegelijkertijd belanden alle ex-zedendelinquenten hierdoor buiten de maatschappij, wat de kans op een nieuw misdrijf vergroot. Een geïnterviewde pedoseksueel weet zich geen raad. Hij hijst de zeilen van zijn boot “en ziet wel waar hij uitkomt”. Hij keert Amerika de rug toe. “En als ik op mijn volgende bestemming niet vrij kan zijn, dan ga ik ergens anders heen.”
Brandpunt Reporter kwam in januari dit jaar tot eenzelfde conclusie: de jacht op pedofielen leidt ertoe dat zij eerder de fout in gaan.
Vervolgen is te moeilijk
Terug naar het rapport Barrières tegen kindersekstoerisme. Daarin worden niet alleen aanbevelingen gedaan om kindermisbruik in het buitenland te voorkomen, maar ook om Nederlandse daders beter te kunnen vervolgen. Sinds 2002 mag het Nederlandse openbaar ministerie Nederlanders die zich elders vergrijpen aan kinderen hier voor de rechter brengen. Daar zitten echter flink wat haken en ogen aan. Zodra een bestemmingsland overgaat tot vervolging mag dat in Nederland niet meer gebeuren, want iemand mag niet twee keer vervolgd worden voor eenzelfde misdrijf. Ook moet het bewijsmateriaal voldoen aan onze juridische normen, maar dat is in ontwikkelingslanden (waartoe de meeste bestemmingen van kindersekstoeristen behoren) niet het geval. Om die reden levert Nederland dan ook geen verdachten uit aan dergelijke staten. Zelf strafrechtelijk onderzoek doen in een ander land mag ook niet. Wat dus betekent dat de vervolging spaak loopt zodra de verdachte het desbetreffende buitenland ontvlucht.
Meer verdragen en officieren
Een advies van de rapporteur is dat Nederland meer rechtshulpverdragen sluit. Nu heeft Nederland met driekwart van de kindersekstoerismebestemmingen geen verdrag. Daardoor mag de Nederlandse politie bijvoorbeeld geen huiszoekingen doen of (digitaal) bewijsmateriaal verzamelen om het onderzoek in het buitenland te ondersteunen. Daarnaast zou een Nederlandse liaison officer in de bestemmingslanden kunnen helpen bij de opsporing van verdachten, zo adviseert de rapporteur.
Opvallend is dat minister Opstelten bij het laatste Kamerdebat voor het zomerreces nog aankondigde de liaison officer uit kindersekstoerismebestemming Roemenië terug te halen naar Den Haag. Pas na uitgebreid protest van verschillende oppositiepartijen verlengde minister Opstelten de politionele aanwezigheid in Boekarest. Van de liaison officer in Thailand is bekend dat hij álle misdrijven door Nederlanders in de gaten moeten houden, dus ook drugshandel en moordzaken. En dat niet alleen in Thailand, maar ook in de omringende Aziatische landen.
De vraag is of Opstelten de aanbevelingen van de rapporteur ter harte neemt, en inderdaad inzet op een betere samenwerking met bestemmingslanden. Dit najaar presenteert de minister zijn nieuwe beleid tegen kindersekstoerisme.
Gepubliceerd op InContxt.nl